• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Gescheurde meniscus en ander meniscusletsel

Bij voetballers komen meniscusblessures relatief vaak voor. Hoe hoger de belasting, des te groter het risico. Maar niet alleen voetballers kunnen last hebben van hun meniscus. Op deze pagina lees je alles over een gescheurde meniscus en ander meniscusletsel.

 

 

Taken meniscus

Een knie heeft een binnen- en buitenmeniscus. Een meniscus is een schijfje van soepel kraakbeen in de vorm van een halve maan. De binnen- en buitenmeniscus zorgen voor:

  • Het opvangen van de drukbelasting in de knie;
  • Stabiliteit van de knie;
  • Smering van de knie;
  • Proprioceptie.

Ontstaan meniscusletsel

Bij sommige sporten maak je veel kap- en draaibewegingen, vaak met grote kracht. Als je knie een geforceerde draaibeweging maakt, kan er opeens een scheur in de meniscus ontstaan. Een meniscus kan ook scheuren in een geforceerde buiging van de knie, of een draaiing tijdens een buiging. Bijvoorbeeld tijdens hurk zit. Hoe groter de kniebuiging hoe meer krachten er op de meniscus komen.

De binnenmeniscus raakt veel vaker beschadigd, omdat deze stevig vast zit aan het gewrichtskapsel. Hierdoor geeft de meniscus veel minder mee als er onverwacht grote kracht op uitgeoefend wordt. Bij een verstuiking van de knie met letsel van het bandapparaat kan soms ook een meniscus beschadigd raken.

Naast acute meniscusblessures zijn er ook meniscusblessures die geleidelijk ontstaan. Dit is een soort van materiaalmoeheid; kleine haarscheuren in de meniscus die op den duur klachten veroorzaken. Vaak onstaan deze geleidelijke meniscusblessures op oudere leeftijd.

Hoe kun je een gescheurde meniscus vaststellen?

Als je knie na een ongeval de volgende dag gezwollen is of als je knie na het sporten regelmatig dik is, kan dat een meniscusblessure zijn. Ook als je je knie niet meer goed kan buigen of strekken, klikkende sensatie; het gevoel van 'door de knie zakken' of je knie op slot zit, of pijn doet, kan dat wijzen op een meniscusletsel. Maar de diagnose kan pas echt gesteld worden op basis van je klachten, lichamelijk onderzoek en soms noodzakelijk aanvullend beeldvormend onderzoek (röntgenonderzoek, MRI).

 

 

Hoe is een gescheurde meniscus of ander meniscusletsel te behandelen?

Als de combinatie van je klachten en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek ondubbelzinnig wijst op een meniscusletsel, hoeft er geen MRI-onderzoek plaats te vinden. Als een knie echt op slot zit en dit niet verholpen kan worden, moet er een kijkoperatie plaatsvinden. 

Een operatie is zeker niet altijd geïndiceerd. In veel gevallen is oefentherapie de behandeling van eerste keuze. Als de klachten toch blijven bestaan of er duidelijke slotklachten aanwezig zijn kan operatief ingrijpen noodzakelijk zijn. Patiënten boven de 35 jaar met een meniscuslaesie zonder slotklachten dienen eerst 3-6 maanden conservatief behandeld te worden voordat chirurgie overwogen dient te worden.

De voorkeur gaat ten aller tijde uit naar conservatief beleid of het repareren van de meniscus. Dit omdat bij verwijdering van een gedeelte van de meniscus de kans na 15-20 jaar op knieartrose (gewrichtsslijtage) groter is. De meniscus beschermt namelijk ook het kraakbeenlaagje op het scheenbeen.

Kijkoperatie meniscus

Het doel van een kijkoperatie is zo min mogelijk schade aan het kniegewricht toe te brengen en zoveel mogelijk van de beschadigde meniscus (en dus van zijn functie) te behouden.

Tijdens de kijkoperatie kan de arts het gescheurde gedeelte van de meniscus verwijderen. Een andere mogelijkheid is dat de chirurg probeert het gescheurde deel van de meniscus te hechten. Dit hangt bijvoorbeeld af van het type meniscusscheur, de plaats waar de scheur zich bevindt, hoe groot de scheur is en andere schade in de knie.

Revalidatieprogramma gescheurde meniscus

Hoe je er na een kijkoperatie aan toe bent, verschilt per persoon. Dit hangt onder andere af van het type meniscusscheur, bijkomende schade in de knie (kraakbeen, bandapparaat), de manier van opereren en de reactie op de revalidatie. Het revalidatieprogramma is maatwerk en dient zorgvuldig gepland te worden. Een goed revalidatieprogramma:

  • Moet voldoende flexibel zijn;
  • Heeft realistische doelstellingen;
  • Moet aangepast worden aan de kenmerken en mogelijkheden van de persoon;
  • Vereist teamwork van de chirurg, de patiënt, de fysiotherapeut, de verzorger en de trainer/coach;
  • Kent geen tijdsdruk;
  • Behandelaars, trainer/coach en speler moeten goed rekening houden met de reactie van het kniegewricht bij de opbouw van de belasting. Als je overstapt naar een hoger belastingsniveau en je knie doet pijn of zwelt op, blijf dan nog tijdelijk oefenen op het niveau van belasting die je knie goed verdraagt.

 

4 fasen revalidatieprogramma na een operatie van een gescheurde meniscus

Het revalidatieprogramma bij een operatie na een gescheurde meniscus bestaat uit een aantal fasen:

1. De periode voor de operatie

Voor de operatie moeten je knie en je spieren in zo'n optimaal mogelijke conditie zijn. Want hoe beter je conditie, des te sneller verloopt je revalidatieproces na de kijkoperatie. In deze fase probeer je de zwelling zo goed mogelijk te bestrijden. Ook wordt bekeken hoe je het best de kracht van je bovenbeenspieren op peil kan houden. En soms kan je via alternatieve trainingsvormen (zoals fietsen en aquajoggen) werken aan je algemene conditie.

2. De periode direct na de operatie

Direct na de operatie gaat het voornamelijk om de pijn te bestrijden en de zwelling te verminderen. Soms krijg je in de weken na de operatie ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen. De zwelling wordt verder bestreden met ijspakkingen en elastische drukverbanden. Als de pijn en de zwelling afneemt, krijg je weer een betere controle over je been en kan je een stapje verder gaan in het revalidatieproces.

Direct na de operatie beweeg je je voort op krukken. Je mag je knie (met krukken) weer gaan belasten, als:

  • Je het been gestrekt kan heffen;
  • De pijn en de zwelling afgenomen zijn;
  • Je voldoende spierkracht en beheersing van je knie hebt om zonder krukken te lopen.

De krukken kun je meestal wegdoen na een tot twee weken. De krachttraining bestaat in deze fase voornamelijk uit statische, spierversterkende oefeningen. De nabehandeling van een meniscectomie is functioneel, terwijl na het hechten vaak verschillende restricties worden voorgeschreven. Er blijkt echter uit verschillende studies dat belasten op geleiden van de pijn zonder restricties veilig is en niet geassocieerd is met verhoogde kans op complicaties.

3. Krachttraining

Als je de statische krachttraining pijnvrij kunt uitvoeren, gaat de fysiotherapeut over naar dynamische vormen van krachttraining. In deze fase doe je eerst oefeningen onbelast in een gesloten keten (o.a. leg press). Vervolgens onbelast in een open keten (leg extension, hamstringcurls) en uiteindelijk ook belast in een gesloten keten (o.a. squatten).

4. Functionele oefeningen

Als jij je knie volledig en pijnvrij kunt bewegen en je 4-hoofdige dijbeenspier weer voldoende kracht bezit, mag je beginnen met functionele (plyometrische) oefeningen.

5. Hervatten van de sport

De laatste fase van je revalidatieprogramma begint met het hervatten van de looptraining en sportspecifieke training gericht op sportterugkeer. Eerst ga je joggen en doe je een rustige duurloop in een rechte lijn. Daarnaast werk je aan je looptechniek. Na verloop van tijd voer je geleidelijk de loopsnelheid op en ga je ook je wendbaarheid trainen. Daarna hervat je de training bijvoorbeeld bij voetbal met de bal: passen, trappen, dribbelen met de bal, drijven met de bal en oefenen van kap-en draaimoment.

Vervolgens kun je geleidelijk weer meedoen met de groepstraining. Eerst doe je alleen lichte combinatieoefeningen. Daarna ook de zwaardere combinatieoefeningen en vervolgens kun je weer meedoen met partijspelen. Uiteindelijk kun je dan via invalbeurten weer volledige wedstrijden gaan spelen. Het is wel verstandig in deze fase door te gaan met krachttraining en stabiliserende oefeningen voor je knie.

 

Voorkomen van een gescheurde meniscus en ander meniscusletsel

Meniscusletsels zijn lang niet altijd te voorkomen. Maar er zijn wel een paar dingen die je kunt doen om de kans op een meniscusblessure te beperken:

  • Doe een goede warming up en cooling down;
  • Zorg voor een goede trainingsopbouw. Voer de intensiteit en de omvang van de trainingen geleidelijk op om overbelasting te voorkomen;
  • Besteed extra aandacht aan speciale trainingsprogramma met balans en spierversterkende oefeningen rondom het kniegewricht (zie bijvoorbeeld FIFA the 11 programma). Dit geldt zeker voor spelers die al eens een verstuiking van dit gewricht opgelopen hebben;
  • Zorg voor een goede revalidatie na een eerder doorgemaakte knieblessure met specifieke aandacht voor de ontwikkeling van goede kracht van de bovenbeenspieren en een goede balansbeheersing van de knie;
  • Bij vermoeidheid verslechtert de coördinatie en vermindert de spierkracht. Zorg voor een goede conditie;
  • Zorg voor goed materiaal. Bijvoorbeeld het profiel en de stroefheid van de zool van de schoen in relatie tot de ondergrond;
  • Op een zachte ondergrond krijgt de meniscus minder schokken op te vangen. Daarentegen is een zachte ondergrond vaak oneffen, waarbij het risico op ‘verdraaien’ van de knie groter is.
  • Sporters met een hoog lichaamsgewicht belasten hun kniegewricht extra en lopen een grotere kans op beschadiging van de meniscus. Bij een (te) hoog lichaamsvetpercentage kun je door de overtollige kilo’s af te vallen de kans op beschadiging van de meniscus verkleinen.
Zoek een sportzorgprofessional