- Snel herstel met onze oefeningen
- Trainingsprogramma’s op maat
- Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional
Laterale epicondylaire tendinopathie (Tennisarm)
Een laterale epicondylaire tendinopathie (in de volksmond ook wel een tennisarm, tennis elleboog of epicondylitis lateralis genoemd) is een veel voorkomende blessure. Ondanks de suggestieve naam komt deze blessure niet uitsluitend voor bij tennissers of andere sporters. De tennisarm is ook een van de meest voorkomende beroepsziekten bij fysiek veeleisende beroepen. De incidentie bedraagt 5-7 per 1000 personen per jaar en is het hoogst tussen de 40-50 jaar. Geschat wordt dat de helft van de tennissers er ooit last van krijgt. Met name beginners en spelers boven de 40 jaar hebben een verhoogd risico op deze blessure. Wat is nu precies een tennisarm? Wat kun je eraan doen? En hoe voorkom je deze blessure?
Snel navigeren naar:
Tennisarm: overbelasting van de polsstrekkers
Een tennisarm is een peesblessure, waarbij er lokale pijnklachten zijn ter plaatse van de aanhechting van de polsstrekkers aan de buitenzijde van de elleboog (laterale epicondyl).
Er zijn meerdere factoren die een tennisarm kunnen veroorzaken. Meestal is er voorafgaand aan de blessure een overbelasting door het te vaak en/of te krachtig strekken en/of draaien van de pols. Bij tennissers komt een tennisarm vaker voor bij overbelasting, een verkeerde tennistechniek of bij een enkelhandige backhand. Wanneer een speler de bal te laat raakt, moet de pols vanuit een andere hoek en met meer kracht strekken, wat leidt tot overbelasting van de polsstrekkers.
De duur en het verloop van de klachten variëren sterk. De gemiddelde klachtenduur wordt geschat op driekwart jaar. Echter heeft 10% persisterend invaliderende klachten na 1 jaar. Dit leidt tot aanzienlijk maatschappelijk ziekteverzuim (gemiddeld 4,5 maand) en bijbehorende kosten.
Hoe herstel je van een tennisarm? Eerste hulp!
Er zijn veel verschillende vormen van behandeling die worden ingezet bij een tennisarm. Echter zijn er maar weinig behandelingen waarvoor er veel wetenschappelijk bewijs is gevonden en een consensus over de optimale behandelstrategie is hierdoor nog niet bereikt.
Het advies is om de belasting aan te passen op geleide van de klachten. Activiteiten die pijn veroorzaken, dienen te worden vermeden. In sommige gevallen is een aanpassing in (sport)techniek of intensiteit echter al voldoende.
Daarnaast is het advies om te starten met een opbouwend oefenprogramma voor de onderarmspieren. Er is enig bewijs dat manipulaties van de nek, bovenrug en pols als aanvulling op de oefentherapie een positief effect hebben op de klachten van een tennisarm. Voor andere behandelingen (bijvoorbeeld shockwave, ultrageluid, dry needling, braces, acupunctuur, percutane perforaties en injecties etc.) geldt dat er vanuit wetenschappelijk oogpunt geen sterk bewijs is voor een toegevoegd effect. Dit betekent niet dat geen van deze behandelingen toegepast zouden moeten worden. Wel is het is verstandig om zorgvuldig de voor- en nadelen ervan af te wegen.
Voltarengel kan een verlichting van de klachten geven. Een corticosteroïd injectie helpt weliswaar op de korte termijn, maar op de lange termijn zijn de effecten hiervan nadelig. Daarom wordt een corticosteroïd injectie niet geadviseerd. Een operatie kan worden overwogen als de klachten ondanks een adequate behandeling langer dan een jaar aanhouden. Dit wordt echter zelden ingezet als behandeling.
Hoe zorg je voor het beste herstel van een tennisarm?
In 4 stappen naar het herstel van je tennisarm toe werken!
Stap 1. Isometrische krachtoefeningen
In deze fase ligt de nadruk op het verbeteren van de aansturing van de onderarmspieren door middel van isometrische krachtoefeningen, waarbij spierkracht wordt uitgeoefend terwijl de spier dezelfde lengte behoudt.
Voorbeeld oefening: Laat de elleboog rusten op een tafel/armleuning/bovenbeen en laat de pols en hand uitsteken over de rand. Pak een gewicht vast met de handrug naar boven en houd hierbij de pols in een neutrale positie. Houd deze positie 45 seconden vast. Daarna kan 2 minuten rust worden gehouden, waarna de volgende serie kan starten. Probeer in eerste instantie 70% van de 1RM kracht te gebruiken voor deze oefening en bouw het gewicht geleidelijk op als de oefening gemakkelijk gaat. 1x/dag 5x45 seconden
Stap 2. Isotonische krachtoefeningen
Hierbij wordt de spier verkort en verlengd tijdens bewegingen. Dit draagt bij aan de opbouw van spierkracht en het herstel van de peesstructuur.
Voorbeeld oefening: Laat de elleboog rusten op een tafel/armleuning/bovenbeen en laat de pols en hand uitsteken over de rand (handrug naar boven). Laat de pols ontspannen naar beneden hangen en breng daarna de pols langzaam in 3-4 seconden omhoog waarbij de handrug naar boven blijft wijzen. Breng daarna de pols weer langzaam in 3-4 seconden omlaag. Probeer in eerste instantie te starten met 1-2 kg voor deze oefening en bouw het gewicht geleidelijk op als de oefening gemakkelijk gaat. 1x/2 dagen 3x15 herhalingen
Stap 3. Plyometrie
Deze fase richt zich op het trainen van het energieopslagsysteem van de pezen.
Voorbeeld oefening: Voor deze oefening heeft u een bal nodig (start met 0.5 kg). Ga tegenover een muur staan met de elleboog in 90 graden in een werppositie. Houd hierbij de elleboog dichtbij de muur. Het is de bedoeling dat de bal in deze positie snel tegen de muur gekaatst wordt. De oefening kan zwaarder gemaakt worden door het gewicht van de bal te verhogen of door het aantal series te verdubbelen naar 6x15 herhalingen. 1x/3 dagen 3x15 herhalingen.
Stap 4. Sport-specifieke oefentherapie
In deze fase gaat de aandacht uit naar sport-specifieke oefentherapie. Dit wisselt per type sport en het is dus belangrijk dat dit per persoon wordt geïndividualiseerd.
Als alle fasen van oefentherapie succesvol zijn doorlopen kan de sportbelasting geleidelijk worden opgebouwd.
Tips voor het opbouwen van tennisbelasting
De toename van belasting bij tennis kan als volgt worden uitgevoerd:
- Begin met minitennis, zowel de forehand als de backhand.
- Vervolg met rustig baselinetennis, waarbij de focus ligt op de techniek van de forehand en de (dubbelhandige) backhand. Zorg ervoor dat de bal niet te laat wordt geraakt, dus zorg dat je de bal voor je op heuphoogte raakt. Daarnaast is het van belang om te starten met vlakke slagen, dus geen topspin. Bij voorkeur begin je op een langzame ondergrond, omdat er op snellere ondergronden minder tijd is om de slagen correct uit te voeren.
- Volleys, waarbij extra aandacht wordt besteed aan het raakpunt van de bal.
- Oefenen van de smash en de service.
- Baselinetennis met verhoogde snelheid.
- Baselinetennis met verhoogde snelheid en topspin.
- Oefenwedstrijden.
- Hervatten van wedstrijden.
NB. Belangrijk op te merken is dat timing en techniek van essentieel belang zijn.
- Streef er bij de backhand naar om de bal voor je lichaam op heuphoogte te raken. Dit zorgt ervoor dat de pols neutraal blijft tijdens het raken van de bal.
- Gebruik de onderarm voornamelijk voor racketcontrole en niet voor kracht. De versnelling zou vooral moeten komen vanuit je benen en heupen, niet vanuit je arm en pols.
- Wanneer tijdens het slaan van een backhand het polsgewricht niet gefixeerd kan worden of wanneer met een enkelhandige backhand niet genoeg kracht of coördinatie kan worden ontwikkeld, is een dubbelhandige backhand te overwegen.
Hoe voorkom je herhaling van een tennisarm?
Hoewel een tennisarm niet altijd te voorkomen is, kunnen enkele maatregelen het risico verminderen. Dit omvat het geleidelijk opbouwen van de tennisbelasting, het uitvoeren van een warming-up, het gebruik van geschikt materiaal en het hanteren van de juiste techniek.
Tips tennis materiaal
- Racketkeuze: selecteer een racket met een flexibele schacht, een stijf racketblad en een midsize of oversize blad. Bij een midsize of oversize blad is er een groter gebied waarin de impact van de bal op het racket wordt opgevangen.
- Bespanning: een (relatief) zachte bespanning is gunstig voor de arm, omdat de contacttijd van de bal op de snaren langer is dan bij een harde bespanning. Door deze langere contactduur wordt de schok van de bal op het racket over een langere tijd verdeeld en is de piekbelasting lager. Om dezelfde redenen is een dunnere snaar (16 of 17 gauge) beter, omdat deze elastischer is dan een dikkere (15 gauge) snaar.
- Balkeuze: Ga voor nieuwe ballen met lucht erin. Vermijd oude, vochtige en drukloze ballen.
- Gripmaat: Als de grip te dik of te dun is, moet er te hard worden geknepen in het racket om te voorkomen dat het racket in de hand draait. De juiste maat kan als volgt worden bepaald: Houd het racket losjes vast, alsof je het aan iemand overhandigt. Tussen de duim en de vingertoppen moet er voldoende ruimte zijn om een pink ertussen te plaatsen.
Femke Claessen
Sportarts in het Erasmus MC | Stichting Sport- en Beweegkliniek | KNLTB Padel | Ambition Tennis Academy
Literatuur
- Bisset et al. Mobilisation with movement and exercise, corticosteroid injection, or wait and see for tennis elbow: randomised trial. Br Med J 2006; 333: 939-941.
- Brukner & Khan’s Clinical Sports Medicine, 2012, fourth edition
- Claessen et al. A Meta-Analysis of the Effect of Corticosteroid Injection for Enthesopathy of the Extensor Carpi Radialis Brevis Origin. J Hand Surg Am, 2016 Oct;41(10):988-998.e2.
- Coonrad BW et al. Tennis elbow: its course, natural history, conservative and surgical management. J Bone Joint Surg [Am] 1973; 55A: 1177-1182.
- Faro et al. Lateral epicondylitis: review and current concepts. J Hand Surg Am. 2007;32(8):1271–9.
- Nirschl et al. Elbow tendinopathy: tennis elbow. Clin Sports Med 2003; 22(4): 813-836.
- Struijs et al. Conservative treatment of lateral epicondylitis: brace versus physical therapy or a combination of both-a randomized clinical trial. Am J Sports Med 2004; 32: 462-469.
- Svernlöv et al. Non-operative treatment regime including eccentric training for lateralhumeral epicondylalgia. Scand J Med Sci Sports 2001; 11: 328-334.
- https://www.tennis.nl/alles-over-tennis/fit-op-de-baan/advies-bij-blessures/tenniselleboog/