- Snel herstel met onze oefeningen
- Trainingsprogramma’s op maat
- Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional
Ik heb een (chronische) nierinsufficiëntie en wil gaan sporten / bewegen
Wil je graag bewegen of sporten, maar vraag je je af of dit mogelijk is met een chronische nierinsufficiëntie? Twijfel je welke activiteiten wel of niet geschikt voor je zijn? Heb je tips nodig of behoefte aan advies van de digitale sportarts? Hierna vind je de informatie die je nodig hebt om op een veilige manier te gaan sporten en bewegen.
Sportief bewegen is ook voor mensen met een chronische nierinsufficiëntie een goed idee: het houdt je uithoudingsvermogen in stand en verbetert de conditie van je bloedvaten en organen. Regelmatig bewegen helpt je om je sociale contacten te vergroten en bovendien is de kans groot dat je door te bewegen je beter in je vel voelt zitten.
Starten met bewegen is niet altijd even makkelijk. Het is goed om je te realiseren dat verandering tijd en energie kost. Bedenk van tevoren wat je belangrijk en leuk vindt en hoeveel tijd, inspanning en mogelijk geld de beweegactiviteit je gaat kosten.
Chronische nierinsufficiëntie en sporten/bewegen
Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat bewegen voor mensen met een chronische nierinsufficiëntie heel goed is. Het heeft een positief effect op de bloeddruk, de conditie van de organen en de lichamelijke fitheid. De belangrijkste onderzoeksuitkomst is dat er geen nadelige effecten worden gevonden als je sport met een chronische nierinsufficiëntie.
De Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen is 30 minuten per dag en dit geldt ook voor mensen met een chronische nierinsufficiëntie. Volgens de norm moet er 30 minuten per dag bewogen worden en het liefst elke dag. Deze 30 minuten kun je in een keer achter elkaar afronden, maar je kunt het half uur ook opsplitsen in 15 minuten bewegen, 10 minuten tuinieren en 5 minuten op de fiets. Als je net begint, is het verstandig om rustig aan te doen en de duur langzaam uit te bouwen tot aan de 30 minuten. Elke dag 30 minuten is effectiever dan 3 dagen één uur.
Welke bewegingsactiviteiten kan ik doen?
Alle sporten zijn geschikt, bijvoorbeeld joggen, roeien, stevig wandelen en fietsen maar ook teamsporten als voetbal of basketbal. Wanneer je vaak naar het ziekenhuis moet om bijvoorbeeld te dialyseren is een teamsport misschien minder geschikt, maar mogelijk kun je hierover afspraken maken binnen het team.
Als je een shunt hebt waarover je dialyseert, zijn sporten waarbij klappen moeten worden opgevangen wat minder geschikt, zoals judo, volleybal en rugby. Bij een dialyse katheter moet je oppassen met sporten in het water, zoals aquajoggen of zwemmen. De katheter moet dan goed zijn dichtgeplakt met een pleister of een katheterzakje; vraag je dialyse verpleegkundige of je arts naar de mogelijkheden.
Als je een niertransplantatie hebt gehad, is het belangrijk om langzaam te beginnen met bewegen. Door de medicijnen die je moet slikken is je weerstand verlaagd. Overdrijf het sporten daarom niet. Omdat de donornier minder diep in het lichaam ligt dan een normale nier kun je contactsporten beter vermijden.
Tips voor sporten en bewegen met een chronische nierinsufficiënti
Als je let op de ‘spelregels’, dan kunnen een chronische nierinsufficiëntie en sportief bewegen uitstekend samen gaan. Een aantal tips om in beweging te komen en te blijven:
- Kies activiteiten die je leuk vindt en die bij je passen;
- Een nierziekte kost heel erg veel energie, er zullen dan ook dagen zijn waarop je geen zin hebt om te gaan sporten. Zorg er dan wel voor dat je een beetje beweegt, neem bijvoorbeeld de fiets naar het werk of loop een rondje met de hond;
- Sport je in een groep, vertel je begeleider en/ of medesporters over je aandoening;
- Ga niet sporten als je je niet lekker voelt of koorts hebt, wacht dan liever tot dat over is;
- Wanneer je duizelig wordt of pijn op de borst krijgt, stop met sporten en neem contact op met je arts.
Wat kan de sportarts betekenen voor mensen met een chronische nierinsufficiëntie?
Iedere nierpatiënt is weer anders, dus een eenduidig advies is niet te geven. Vertel je arts altijd dat je gaat sporten, zodat hij kan helpen bij het maken van de juiste sportkeuze en kan kijken of er speciale maatregelen genomen moeten worden, bijvoorbeeld om de bloeddruk op orde te houden. Ook als je niet precies weet welke activiteit wel of niet geschikt is of als je niet eerder aan bewegingsactiviteiten hebt deelgenomen, vraag dan een (sport)arts om advies. Je kunt samen met je (sport)arts of fysiotherapeut een plan opstellen waarbij ook rekening gehouden wordt met jouw wensen en mogelijkheden.
