Hypermobiliteit bij kinderen
Sommige kinderen zijn zeer bewegelijk en flexibel. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar je moet wel opletten. Kinderen met gewrichten die beweeglijker zijn dan normaal zijn hypermobiel. In dit artikel is sportarts Jessica Gal aan het woord over hypermobiliteit bij kinderen.
Het hoeft geen probleem te zijn als je kind een grotere beweeglijkheid heeft in de botten, maar je moet er wel op letten.
Je ziet ze wel eens, die super lenige kinderen die zonder problemen een spagaat maken. Die kinderen hebben gewrichten met een grotere beweeglijkheid dan een gemiddeld kind. Als een kind in meerdere gewrichten een verhoogde beweeglijkheid heeft dan spreken we van hypermobiliteit. Op zich is dat helemaal niet erg. Het wordt een probleem als kinderen klachten krijgen.
‘Kinderen zijn over het algemeen vrij flexibel’, aldus sportarts Jessica Gal. ’Maar als ze hun knieën of ellenbogen ver kunnen overstrekken, met gestrekte benen hun handen plat op de grond kunnen leggen, hun duim tegen hun pols aan kunnen leggen of vingers meer dan negentig graden kunnen doorstrekken, dan is er mogelijk sprake van hypermobiliteit.’
‘Bij hypermobiliteit is het bindweefsel slapper doordat bepaalde eiwitten niet of onvoldoende aanwezig zijn. Er zijn allerlei variaties in beweeglijkheid van de verschillende gewrichten. In sommige gevallen kan er sprake zijn van een bindweefselziekte waardoor de gewrichten soepeler zijn dan normaal. Vaak komen deze aandoeningen in de familie voor.’
Zijn er veel kinderen die hypermobiel zijn?
‘Ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft gewrichten die beweeglijker zijn dan gemiddeld, maar dit hoeft lang niet altijd tot klachten te leiden. Zowel jongens als meisjes kunnen, in meer of mindere mate, last krijgen van hypermobiliteit.’
Wanneer moet je naar een arts gaan?
‘Als ouder moet je alert zijn op klachten. Bijvoorbeeld op pijn. De spieren van hypermobiele kinderen moeten extra hard werken om de gewrichten op hun plaats te houden. Dat kan pijn aan de spieren of pezen geven. Of de voeten zakken door waardoor de enkels naar binnen knikken, dat kan ook pijnlijk zijn. Dan is het goed om naar de huisarts te gaan. Vermoeidheid kan eveneens een symptoom zijn. De spieren van kinderen met hypermobiliteit werken harden en dat kost veel energie. Ook als hypermobiliteit in de familie voorkomt, moet je je kind extra in de gaten houden.’
Op welke leeftijd is de aandoening vast te stellen?
‘Omdat jonge kinderen sowieso erg flexibel zijn is het moeilijk te beoordelen of er sprake is van hypermobiliteit. Als kinderen wat ouder zijn, begint het wat meer op te vallen. Bij kinderen die in de groei komen, zie je de klachten vaak naar voren komen. Pijn wordt dan vaak aangezien als groeipijn, maar kan een andere oorzaak hebben. Rug, enkels, knieën, schouders en heupen zijn veelvoorkomende gewrichten waar pijn ontstaat.’
Is het erg om hypermobiel te zijn?
‘Erg niet. Soms is het lastig. Bijvoorbeeld als je schouder snel uit de kom schiet. Als je pijn hebt is het natuurlijk heel vervelend. Maar soms is het een voordeel: bijvoorbeeld als turnen je hobby is!’
Hoe kun je het beste met hypermobiliteit omgaan?
‘Door gedoseerd te sporten en binnen de pijngrens geleidelijk de belasting op te bouwen. Daarnaast kan het verstandig zijn om, eventueel met een fysiotherapeut, gericht bepaalde spiergroepen te trainen om ze sterker te maken’, aldus Jessica Gal. ‘Wat je niet moet doen is sporten achterwege laten omdat het pijn doet. Dan worden de spieren alleen maar slapper en krijg je nog eerder klachten, nog eerder pijn, enzovoort. Met gerichte oefeningen zal iemand minder klachten hebben van zijn hypermobiliteit.’
Bron: sportarts Jessica Gal
Kijk voor meer informatie over het werk van de sportarts op: http://www.sportzorg.nl/zoek-een-sportzorgprofessional/sportarts.
Ook vind je hier adressen van sportartsen bij jou in de buurt.
Sportarts Jessica gal is lid van de Vereniging voor Sportgeneeskunde.