• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Vitamine D

Voor sporters kan tijdens de wintermaanden (november tot en met maart) extra suppletie van vitamine D zinvol zijn. Dit omdat de inname van vitamine D uit voeding alleen niet voor iedereen toereikend is. Vandaar dat in dit artikel aandacht besteed wordt aan vitamine D. 

Tekst gaat onder de afbeelding verder
Vitamine D

Bij verschillende bevolkingsgroepen bestaan twijfels over de vitamine D status. Mogelijk is de inname van vitamine D uit voeding alleen niet voor iedereen toereikend. De bewijsvoering voor de rol van vitamine D bij een goede spierfunctie wordt evenwel steeds sterker. Zeker na het onderzoek van Evelien Backx (promovendus humane voeding aan de universiteit van Wageningen). Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen dat vitamine D suppletie de kans op virale infecties vermindert. Voor sporters kan tijdens de wintermaanden (november tot en met maart) extra suppletie van vitamine D daarom zinvol zijn, meer specifiek de D3 vorm (deze is beter beschikbaar dan D2) in de dosering 10-20 μg actieve stof per portie (dit is gelijk aan 400-800 IU). 

Topsporters

Hoe het met het vitamine D-gehalte bij topspsporters staat, was tot voor kort niet bekend. Reden voor het NOC*NSF om daar onderzoek naar te laten doen. Promovendus Evelien Backx (humane voeding) pakte die vraag op. Zij mat (aan het eind van de winter, als de gehaltes het laagst zijn) de vitamine D3-status van een groep van 128 Nederlandse topsporters, bestaande uit voornamelijk hockeyers, atleten en voetballers. Atleten met een tekort kregen vervolgens een jaar lang dagelijkse extra vitamine D toegediend in verschillende doses.

Backx hanteert de norm van 75 nmol/L voor topsporters. 'Daarbij moet gezegd dat die grens enigszins arbitrair is', legt Backx uit. ‘Over de meest optimale hoeveelheid vitamine D bestaat veel discussie. De Gezondheidsraad adviseert een ondergrens van 30 nmol/L. Die grens is gebaseerd op onderzoek naar de botaandoening rachitis bij kinderen, en vervolgens doorgetrokken naar volwassenen. Die norm is dus gebaseerd op het voorkomen van ziekte. Backx gaat uit van het bevorderen van gezondheid. Voor een goede botgezondheid wordt op dit moment internationaal veelal 50 nmol/L aangehouden.

Onderzoek laat volgens Backx een relatie zien van vitamine D (boven de 75 nmol/L) en spierkracht. Sporters kunnen dan meer training aan en presteren beter. ‘Daarbij gaat het vooral om explosieve sporten waarbij snelle spieren van belang zijn. Over de invloed op duursporten is nog weinig bekend. Ik durf niet te zeggen dat iedereen boven die 75 moet zitten. Daar is nog teveel speculatie over. Maar 50 is echt te laag. En voor topsporters denken we dat 75 beter is.’ Voor veel atleten is er dan werk aan de winkel, blijkt uit de studie van Backx.

Tekort

Van de onderzochte atleten haalde 70 procent die gestelde ondergrens van 75 nmol/L niet. Het tekort is tamelijk snel aan te vullen. Met een dagelijkse dosis van 55 microgram vitamine D zat 80 procent van de atleten binnen drie maanden op niveau. Ter vergelijking: een doorsnee Nederlander krijgt via de voeding dagelijks 3-4 microgram binnen. Het lichaam zelf maakt (onder invloed van zonlicht) volgens de Gezondheidsraad gemiddeld over het hele jaar 7 microgram per dag aan.

Topsporters kunnen dus wel wat extra’s gebruiken. De gevonden waarden zijn volgens Backx representatief voor de meeste Nederlanders. Toch gaat ze niet zover dat iedere amateursporter aan de vitaminepillen moet. ‘Het is voor de botaanmaak niet goed om een tekort te hebben, dus onder die 50 te zitten. Maar het heeft geen grote gevolgen als je die 75 niet haalt. Voor een topsporter telt elke seconde, voor een amateur ligt dat anders.’

Of onze topsporters nu allemaal vitamine D slikken, is niet duidelijk. Namens NOC*NSF laat oud-atleet Kamiel Maase (één van de co-auteurs) weten dat de resultaten niet rechtstreeks zijn gedeeld met de sporters. ‘De communicatie loopt langs de lijn van de artsen, voor wie het goed zich bewust te zijn van de pieken en dalen in de vitamine D status en welke dosis ongeveer nodig is om in generieke zin een voldoende hoge bloedspiegel te bewerkstelligen.’

Bron: sportarts Guido Vroemen & Recource Wageningen UR


Zoek een sportzorgprofessional