In de sportlight: Jetze Plat, Paralympisch atleet
Sportzorg.nl interviewde Guido Vroemen, sportarts van topatleet Jetze Plat op de Paralympische Spelen in Parijs. 'Ik kijk het meest uit naar het moment dat Jetze juichend over de finish komt bij zijn races!'
Bij welke sport ben je betrokken en wat is jouw rol als sportarts op de Paralympische Spelen?
‘Ik ben al ruim twaalf jaar trainer, coach en sportarts van Jetze Plat. Jetze is een paralympisch atleet die deelneemt aan de wedstrijden aan de paratriatlon, de handbike tijdrit, de handbike wegrace en de wheelchair marathon.’
Hoeveel tijd ben je kwijt met de voorbereidingen voor de Paralympische spelen?
‘Dat vind ik lastig in te schatten. De uren die ik in de voorbereidingen stop tel ik niet precies, maar ik ben dagelijks met het traject bezig. Samen met Jetze en een aantal andere experts hebben we een plan gemaakt om ervoor te zorgen dat Jetze topfit aan de start in Parijs staat. Jetze en ik werken al lang samen. Dit zijn de derde Paralympische Spelen waar we samen naartoe werken, dus veel is al bekend. Wel is er dit jaar een onderdeel op het programma bijgekomen: de wheelchair marathon. In het programma van Jetze is dit de laatste race van de vier; dit is het onderdeel waar de kans op een medaille het minst zeker is.’
Welke blessures kom je het meeste tegen?
‘Tijdens zware trainingsweken heeft Jetze vaker last van meer pijntjes. De pijntjes komen dan met name voor in zijn schouders, want deze worden het zwaarst belast.’
Hoe zijn deze blessures te voorkomen?
‘Door het gevoel van een training dagelijks te monitoren. Ik vraag hoe zwaar de training voelde, of hij ergens last van had of pijntjes die niet normaal zijn. En of er bijvoorbeeld meer rust nodig is of een extra behandeling bij de fysio?’
Waar kijk je naar uit?
‘Het moment dat Jetze juichend over de finish komt bij de races!’
Waar maak je je zorgen over?
‘Materiaalpech. Veel kun je voorbereiden, maar materiaal gaat nu eenmaal wel eens kapot. Hopelijk is onze aanpak juist en gaat er niks stuk tijdens de wedstrijden.’
Wat ga je niet doen?
‘Ik ga niet achteroverleunen omdat het werk klaar is.’
En wat ga je juist wel doen?
‘Hopelijk kan ik een accreditatie bemachtigen, zodat ik de hele week met Jetze kan werken aan de voorbereidingen. Zo kunnen we ons zo goed mogelijk voorbereiden op de vier wedstrijden! Daarna kan ik tijdens de race toekijken hoe het plan wordt uitgevoerd. Het doel is: 4x goud! De eerste gouden plak is deze ochtend al binnen gehaald.