Nice is nog ver, gelukkig is de Tour zonder al te veel leed gestart
Voor vele wielerkenners is de heilige maand aangebroken. De grootste en belangrijkste wielerwedstrijd ter wereld is afgelopen zaterdag van start gegaan: de Tour de France. Dit jaar is de 111e editie van start gegaan in Italië, Florence. Na 21 etappes finishen de renners dit jaar niet in Parijs met een sprintetappe, maar in Nice met een mogelijk allesbeslissende tijdrit.
Tijdens de eerste etappes in de Tour zijn er, gelukkig, nog niet veel renners ernstig gevallen. Tot nu toe heeft een renner, Casper Pedersen, zijn sleutelbeen gebroken. Voor de rest blijft het bij wat schaafwonden. Dat was in het voorjaar helaas wel wat anders; grote valpartijen vloerden meerdere grote namen. Wout van Aert brak zijn borstbeen, zeven ribben en zijn sleutelbeen en Remco Evenepoel brak zijn sleutelbeen en schouderblad. Jonas Vingegaard, titelverdediger voor de Tour, liep een klaplong, longkneuzing, gebroken sleutelbeen en meerdere gebroken ribben op. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
De vele valpartijen in het professionele wielrennen en de vele blessures hebben in de afgelopen maanden flink wat discussie opgewekt. Wordt er nu echt meer gevallen? Lopen de wielrenners meer blessures op? Of is dit vooral uitgelicht omdat er met name bekende namen bij zitten? Of wordt er harder gereden en worden er meer risico’s genomen? Daar is nog geen definitief antwoord op gevonden. Wat we wel weten is dat de botdichtheid van professionele wielrenners vaak verlaagd is, dit zorgt voor een grotere kans op botbreuken bij valpartijen. Dat mannelijke wielrenners broze botten hebben was al jaren bekend. Een groot onderzoek van de Koninklijke Nederlandsche Wieler Unie (KNWU) en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen wees vorig jaar uit dat ook vrouwelijke wielrenners, jonge talenten en ex-profs te maken krijgen met een verminderde botdichtheid.
Een lage botdichtheid komt met name voor bij professionele wielrenners, maar ook recreatief wielrennen kent zo zijn gevaren. Wanneer je zelf een rondje gaat fietsen heb je niet te maken met een peloton om je heen, maar wel met het verkeer. Op de fiets ben je behoorlijk kwetsbaar in vergelijking met een auto en een ongeluk zit in een klein hoekje. Je kunt een aantal dingen doen om jezelf toch wat beter te beschermen op de fiets. De belangrijkste daarvan is het dragen van een fietshelm. Van alle fietsers die zich melden op de SEH is er bij 1 op de 6 sprake van hersenletsel. Door een helm op te zetten verlaag je de kans op hersenletsel met een derde en je verlaagt de kans op hoofdletsel met maar liefst 62%. Dus gebruik je hoofd en zet je helm op voor vertrek.