Presteren op de golfbaan

Als golfer zul je het volgende gevoel vast herkennen. Het zonnetje laat zich vaker zien. De baan ligt er steeds beter bij. De NGF-competitie zit erop en het individuele seizoen staat voor de deur. Nu moeten die uren op de driving range van afgelopen winter zich gaan uitbetalen in die lang verwachte handicapverlaging. Dit wordt jouw seizoen.

Maar waarom zou het dit seizoen anders zijn dan vorig seizoen? Ja, je hebt les genomen en gewerkt aan technische verbeteringen. Ja, op de driving range sla je 9 van de 10 ballen mooi rechtdoor. Maar was je vorig jaar ook niet vol goede moed?

De gedachtegang van golfers is vaak dat als ze 10 ballen achter elkaar goed kunnen slaan op de driving range, dat ze de slag dan goed genoeg beheersen om dit op de golfbaan ook te kunnen. 130 meter is 130 meter toch? Of dit nu op de range is of op de baan. Feitelijk wel, maar niet helemaal.

Stel je voor, ik heb een balk van 10 meter lang en 10 centimeter breed. Deze leg ik op 1 meter hoogte tussen twee tafels en ik vraag je om erover heen te lopen. De meeste mensen durven dit wel aan en lopen er soepel overheen. Nu leg ik dezelfde balk op 100 meter hoogte tussen twee flats. Als ik je nu vraag om eroverheen te lopen, dan verklaar je me voor gek. Maar de balk is toch nog steeds 10 meter lang en 10 centimeter breed?

Het grote verschil is de consequentie als het misgaat. Een val van 100 meter kun je niet meer navertellen. Als ik je vertel dat je 300 keer mag oefenen op 1 meter hoogte en dat je die handicapverlaging krijgt als je de wandeling over de balk op 100 meter hoogte voltooid, dan is nog steeds duidelijk dat die taken totaal anders zijn en dat het vele oefenen maar weinig gaat helpen.

Ditzelfde principe is van toepassing als het gaat om oefenen op de driving range in vergelijking met een wedstrijd spelen op de baan. Bij een mindere bal op de range haal je je schouders op en pak je snel weer een nieuwe. Op de baan zul je verder moeten spelen waar de bal ligt en heeft dit consequenties voor het resultaat en je handicap. Toegegeven, misschien geen kwestie van leven of dood, maar ik ken golfers voor wie het gevoelsmatig niet veel scheelt.

Verwacht dus niet dat goede ballen op de driving range zich direct zullen vertalen naar goede scores op de baan. Dat is namelijk een andere taak. Om uiteindelijk goed te presteren op de golfbaan is het van belang om de training daar meer op te laten lijken. Kies bijvoorbeeld steeds een ander doel en een andere stok. Bereid je voor op de slag zoals je dat in de baan ook zou doen (pre-shot routine). Doe 10 verschillende slagen en geef elk resultaat een score. Stel vooraf een doel of doe een wedstrijd met iemand anders. En dan, als klap op de vuurpijl, verbindt er een consequentie aan. Als het lukt mag je 3 ballen slaan met de driver, zo niet blijft die de rest van de dag in de tas.

Op deze manier werk je tijdens het trainen niet alleen aan je technische, maar ook aan je mentale vaardigheden. Oefeningen op het gebied van concentratie, omgaan met spanning en effectief denken kunnen helpen om beter te presteren bij deze trainingsopdracht en om je kans van slagen op de baan, in een wedstrijd, te vergroten. Een sportpsycholoog vspn® kan je daarbij helpen. Zodat je gaat spelen naar je mogelijkheden met een handicap die daarbij past.