• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Zwemmen

Zwemmen is een derde bewegingsdimensie naast 'gaan' en 'lopen'. Inherent hieraan kun je het leren en uitvoeren in recreatieve vorm en/of competitievorm. Het kunnen zwemmen geeft veiligheid, zelfvertrouwen, motorische vaardigheid en is een voorwaarde om tal van andere watersporten te beoefenen als roeien, kanoën, windsurfen, zeilen, enzovoorts.
Zwemmen biedt als sport vele voordelen. Het kan van jong tot oud beoefend worden met een grote variatie in intensiteit. Het cardiopulmonale systeem kun je optimaal trainen zonder een zware orthopedische belasting. Daardoor is zwemmen voor ouderen een bij uitstek geschikte sport. Ook kan het als therapie aangewend worden na operaties of tijdens langdurige blessures bij sporters, die andere sporttakken beoefenen.

Bij cardiologische aandoeningen als een hartinfarct wordt zwemmen in de revalidatiefase veelvuldig gebruikt om het herstel te bespoedigen.

Topzwemmers kijken natuurlijk met andere ogen naar hun sport dan recreanten. Voor hen telt de prestatie en zij moeten daarvoor een ijzeren discipline aan de dag leggen.

Vaak worden zij gedwongen op voor het zwembad onrendabele uren te trainen, dat wil zeggen 's morgens vroeg en 's avonds rond etenstijd. Bovendien is de training zwaar en weinig afwisselend.
Er bestaan slechts een gering aantal contra-indicaties voor het zwemmen; hartaandoeningen als aortastenose, ernstige oorafwijkingen, bepaalde ritmestoornissen met het risico op een collaps en ontregelde juveniele diabetes. Daarnaast zijn er een aantal tijdelijke contra-indicaties, voornamelijk infecties van keel, neus en oren.

Ten aanzien van epilepsie moet per individu bekeken worden wat de eventuele beperkingen inhouden.

Blessures bij zwemmen

In de zwemsport komen relatief weinig blessures voor. De invloed van de zwaartekracht, die bij veel landsporten in belangrijke mate bijdraagt tot het krijgen van zowel acute als chronische blessures, is bij het zwemmen van ondergeschikt belang. Bij de lokalisatie van blessures in deze tak van sport, die overwegend door overbelasting ontstaan, speelt het type zwemslag een voorname rol.

Bij het ontstaan van letsels moeten drie oorzakelijke factoren in overweging genomen worden.

  • klachten ten gevolge van structurele afwijkingen in het steun- en bewegingsapparaat, bijvoorbeeld de ziekte van Scheuermann en de ziekte van Osgood Schlatter;
  • klachten ten gevolge van fouten in de techniek, bijvoorbeeld de schoolslagknie bij jeugdigen en peesontstekingen;
  • klachten ten gevolge van overbelasting van delen van het steun- en bewegingsapparaat, bijvoorbeeld de zwemmersschouder, de schoolslagknie bij ouderen en de vlinderslag rug.

Acute traumatologie zal een enkele keer voorkomen door botsingen met tegenliggers, lijnen of bassinrand. Het betreft hier vooral kwetsuren van handen, hielen en hoofd.

Schouder
De zogenaamde zwemmersschouder is de meest voorkomende blessure bij wedstrijdzwemmers.

Het betreft een aandoening van de schouderpezen. De klachten ontstaan door inklemming van deze structuren tijdens de repeterende armbeweging bij de vrije slag, de rugslag en de vlinderslag. Een topzwemmer, die 5 dagen per week, 10 kilometer per dag traint, maak al gauw 400.000 armslagen per jaar.
Het bewegingstraject, waarin de klachten zich manifesteren, begint aan het einde van de duwfase tot het begin van de insteek van de hand voor de volgende armslag, met andere woorden de overhaalbeweging. Deze blessure komt meer voor vroeg-midden in het trainingsseizoen en naarmate de sporter langer zwemt, intensiever traint en hand-peddels gebruikt. De dominante arm is vaker aangedaan dan de andere arm.

De preventie bestaat voornamelijk uit een goede warming-up van de schouderspieren (vooral 's ochtends) en specifieke rekoefeningen. Daarnaast dient aandacht besteed te worden aan het verbeteren van de techniek, waarbij gestreefd moet worden de schouder bij de insteek van de vrije slag niet overmatig te endoroteren. De therapie bestaat uit terugnemen van de trainingsbelasting, ijspakkingen na de training, verschillende vormen van fysiotherapie en bij therapieresistentie vallen injecties van de aangedane pezen te overwegen.

Een bij rugslagzwemmers voorkomend schouderprobleem is de zogenaamde "apprehension-shoulder", die ontstaat op basis van een bijna-ontwrichting van de bovenarmkop. De preventie bestaat uit een andere keertechniek (de zogenaamde "front-flip turn").

Knie
Het zwemmen van de schoolslag betekent een forse belasting voor de knieën. Andere sporters met knieproblemen die als alternatief of aanvulling zwemmen, moeten afzien van deze slag. De klacht die wordt geuit bestaat uit pijn aan de binnenzijde van de knie, vaak beiderzijds, tijdens het einde van de contrabeweging van de benen en tijdens de stuwfase. Bij de zogenaamde schoolslagknie moet een onderscheid gemaakt worden tussen jeugdigen rond de pubertijd en volwassenen.

Bij jeugdige zwemmers berusten de klachten meestal op een foute techniek van de beenslag. Tijdens de contrabeweging van de benen worden de bovenbenen te veel naar buiten bewogen en tijdens de stuwfase worden de heupen en knieën te snel gestrekt. Dit geeft aanleiding tot pijn onder de knieschijf, doordat deze telkens weer naar de binnen wordt gedrukt. Preventie en therapie moeten zich richten op het verbeteren van de techniek van de beenslag.

Bij volwassen schoolslagzwemmers kunnen ook bij een correcte uitvoering van de beenslag problemen ontstaan, berustend op een chronische irritatie van de binnenband van de knie. De trainingsomvang en intensiteit zijn hierbij doorslaggevende factoren. Het ontstaan van deze chronische overbelasting is mede het gevolg van krachtig sluiten van de benen tijdens het laatste deel van de stuwfase, waardoor de belasting op de binnenband nog extra toeneemt. Daar tegenover staat dat de zwemsnelheid wordt vergroot. Bij deze vorm van de schoolslagknie is tijdelijk staken van de schoolslagtraining vaak noodzakelijk. Andere slagen kunnen gewoonlijk doorgetraind worden. Verder kunnen het tijdelijk aanpassen van de techniek (minder krachtige beensluiting en de knieën dichter bij elkaar houden tijdens de gehele beenslag) soelaas bieden.

Soms is het onderscheid tussen beide beschreven knie-aandoeningen moeilijk. In een aantal gevallen zal een zwemmer van 15 jaar als "volwassen" beschouwd moeten worden. Als therapeutisch advies kan ijsapplicatie worden gegeven, met name na de training.

Lies
Een andere blessure, die in verband gebracht kan worden met het schoolslagzwemmen is spierpijnklachten in de lies, meestal eenzijdig optredend. Deze aandoening ontstaat, net als bij de schoolslagknie, wanneer de benen aan het einde van de stuwfase krachtig naar binnen worden bewogen vanuit een spreidstand. Ook hier moet het schoolslagzwemmen tijdelijk gestaakt worden, aangevuld met rekoefeningen voor de adductoren.

Rug
Tal van sporters met rugklachten wordt aangeraden om te gaan zwemmen. Daarbij moet wel een aantekening gemaakt worden. Zo zal de jeugdige zwemmer met de ziekte van Scheuermann zich moeten onthouden van de vlinderslag, gezien de verhoogde belasting die deze slag veroorzaakt op de wervels. Rugslag daarentegen moet aangeraden worden vanwege de corrigerende werking op de wervelkolom.

Rugklachten op basis van instabiliteit reageren vaak ook goed op de rugslag, maar juist niet op de schoolslag en de vlinderslag door overstrekking die deze slagen tot gevolg hebben.

Anderzijds kunnen de schoolslag en de vlinderslag ook bij zwemmers zonder bestaande afwijkingen klachten veroorzaken, voornamelijk door een foute techniek. Vooral bij de schoolslag kan door het hoog opkomen uit het water de onderrug door overstrekking overbelast raken.

Zwemmersjeuk
Lees hier het artikel over zwemmersjeuk

 

Veelgestelde vragen

Ik ga graag zwemmen. Hoe zit het nu met dat verhaal dat eten kort voor het zwemmen niet goed is? Is dat een fabeltje of is het echt zo? 

Antwoord van de sportarts

In het algemeen kun je beter spreken over eten kort voor het sporten, omdat dit niet alleen voor zwemmen geldt. Kort voor een inspanning eten kan problemen geven door een onvoldoende bloedvoorziening van het spijsverteringssysteem. Na het eten zal er meer bloed naar maag en darmen gaan om het voedsel te verteren en op te nemen. Door inspanning te gaan leveren als dit proces nog volop bezig is zal er veel bloed naar de spieren gaan en onvoldoende bloed ter beschikking zijn voor de spijsvertering. Dit kan klachten veroorzaken (‘steken in de zij’). Door ruim van te voren gegeten te hebben kun je dit probleem voorkomen, vlak van te voren drinken of iets licht verteerbaars eten, zoals een banaan of krentenbol, geeft minder klachten.

Zoek een sportzorgprofessional