- Snel herstel met onze oefeningen
- Trainingsprogramma’s op maat
- Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional
Patellaluxatie
Patellaluxatie in het kort
- Ook wel ‘Ontsporing van de knieschijf’ of ‘knieschijf uit de kom’.
- Een patellaluxatie is een knieschijf die van zijn plek uit het gootje van het bovenbeen is gegaan.
- Het is een acute en erg pijnlijke blessure.
- Dit komt vaker voor in een periode van een groeispurt of bij mensen met een aanlegstoornis van het knie(schijf)gewricht.
Wat kan ik zelf doen bij een patellaluxatie?
Ook als de knieschijf vanzelf weer terug is gegaan, zal de knie beoordeeld moeten worden door een arts. Zelf kan gekoeld worden met ijs. Pijnstilling mag gebruikt worden indien nodig. Verder moet de knie eerst tot rust komen.
1. Trainingsaanpassingen
- Het is belangrijk om tijdelijk te stoppen met sporten. Als alternatief kun je wel een training doen die alleen gericht is op het bovenlichaam.
- Een primaire patellaluxatie kun je conservatief behandelen. Dit houdt in dat de knie 6 weken met een brace of tape gefixeerd wordt (flexiebeperkend - immobilisatie). Er is geen bewijs dat behandeling met een gipskoker leidt tot betere uitkomsten of dat het minder voorkomt.
- Komt patellaluxaties vaker terug dan is chirurgische stabilisatie te overwegen.
- De knie is direct belastbaar in brace of met tape, zo nodig met krukken.
2. Oefeningen
- Het is goed om vroeg te starten met fysiotherapie. Fysio richt zich op het herstellen van je bewegingsbereik (rang of motion) en het versterken van de quadriceps, met name vastus medialis obliquus. Verder dient er aandacht te zijn voor de spieren in en bij je heup, met name bij je bilspieren.
- Daarnaast zijn de andere beenspieren, bekkenspieren en de rompstabiliteit ook erg belangrijk. Door het trainen van deze spiergroepen, zal het risico op opnieuw een patellaluxatie kleiner worden.
- Een (sport)fysiotherapeut kan je helpen met oefeningen, als na een periode van rust (vaak is dit na twee tot zes weken) weer gestart mag worden.
3. Criteria hervatting
- Sporthervatting is afhankelijk van de onderliggende oorzaak en bijkomende schade.
- Met oefeningen dien je na een periode van rust eerst aan de functie, stabiliteit en kracht te werken.
- Return to play is te verwachten binnen 3 maanden.
- Na een eventuele operatie is de duur en mate van belastbaarheid variabel en is afhankelijk van de gekozen procedure. Een brace postoperatief is gebruikelijk (6-12 weken). Waarna sportspecifieke opbouw nog moet starten.
Behandelbeleid bij een patellaluxatie
Ook als de knieschijf vanzelf weer terug is gegaan, zal de knie beoordeeld moeten worden door een arts. Behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak, de schade die ontstaan is en hoe vaak het gebeurd is. In de acute fase is rust aan de knie belangrijk.
Een primaire patellaluxatie kun je conservatief behandelen. Dit houdt in dat de knie 6 weken met een brace of tape gefixeerd wordt (flexiebeperkend - immobilisatie). Er is geen bewijs dat behandeling met een gipskoker leidt tot betere uitkomsten of dat het minder voorkomt.
Een operatie is in de acute fase of na een eerste luxatie zelden nodig. Bij meerdere luxaties, bijkomende schade of onderliggende afwijkingen, kan een operatie wel overwogen worden. De revalidatie is in deze gevallen sterk afhankelijk van het soort operatie dat is uitgevoerd.
Voorkomen (preventie) van een patellaluxatie
- Het belangrijkste middel om terugkeren van de blessure te voorkomen, is het trainen van de bovenbeenspieren en bilspieren waarbij vooral de voorzijde van de bovenbeenspieren (quadriceps) en vooral de spier aan de binnenzijde (musculus vastus medialis) belangrijk zijn. Deze kunnen de knieschijf stabieler door het gootje heen trekken.
- Na een eerste patellaluxatie zal zelden direct voor een operatie gekozen worden. Als er een anatomische onderliggende oorzaak gevonden is, kan gekeken worden of een operatie mogelijk en zinvol is om het terugkeren van het probleem te voorkomen. Ook als een gescheurde band (Mediaal PatelloFemoraal Ligament, MPFL) zorgt voor terugkerende luxaties, kan een hersteloperatie overwogen worden.
- Een brace of tape kan een prettig en stabiel gevoel geven, maar kan niet altijd voorkomen dat de knieschijf (weer) ontspoort.
Wat is een patellaluxatie?
Een patellaluxatie is een knieschijf die van zijn plek uit het gootje van het bovenbeen is gegaan.
Hoe vaak komt een patellaluxatie voor?
Ongeveer 6 op de 100.000 mensen per jaar loopt een patellaluxatie op. Het komt het meest voor bij adolescenten (10-17 jaar), vaker bij meisjes. In deze specifieke groep komt het zo’n 30 keer per 100.000 meisjes per jaar voor.
Bij welke sporten komt een patellaluxatie voor?
Balsporten met veel draaien (bijvoorbeeld basketbal) en contactsporten (bijvoorbeeld rugby). Een Amerikaans onderzoek (Waterman et al, 2012) laat zien dat meer dan de helft (51,9%) van de patellaluxaties ontstaat tijdens sportieve activiteiten. Hiervan ontstaat 18% door basketbal, bijna 7% door voetbal en ruim 6% door American Football.
Verschijnselen van een patellaluxatie
Acute pijn aan de voorzijde van de knie na een draai of val. Meestal verspringt de knieschijf naar de buitenzijde van de knie, dit is ook zichtbaar als zwelling op die plek. Het weefsel aan de binnenzijde wordt hierdoor opgerekt en beschadigd, waardoor de pijn meer aan de binnenzijde kan zitten. De knie staat in gebogen stand en bewegen van de knie lijkt niet meer mogelijk. Vaak springt de knieschijf zelf weer terug. De klachten nemen dan vaak vanzelf weer af. Wel zal er een zwelling van de gehele knie zichtbaar zijn. Soms gebeurt het terugspringen zo snel, dat niet direct duidelijk is dat de knieschijf van de plaats is geweest.
Hoe kan de blessure vastgesteld worden?
Een arts kan met het verhaal en lichamelijk onderzoek de diagnose stellen. Als de knieschijf nog niet vanzelf terug is gesprongen, zal dit door de arts gedaan worden. Dit kan zonder operatie of verdoving, door rustig het been te strekken en de knieschijf te ondersteunen. Aanvullend wordt vaak een röntgenfoto gemaakt om bijkomende schade uit te sluiten en de aanleg van het gewricht te beoordelen. Een CT of MRI scan is meestal niet direct nodig, maar kan (vaak in een later stadium) gemaakt worden om een anatomische afwijking of bijkomende schade beter te beoordelen.
Hoe ontstaat een patellaluxatie?
De knieschijf glijdt door een gootje van het bovenbeen bij het buigen en strekken van de knie. Door spieren aan de voorzijde van het bovenbeen wordt er aan de bovenkant van de knieschijf getrokken, met een pees aan de onderzijde is de knieschijf aan het onderbeen bevestigd. Daarnaast houdt een band aan de binnenzijde van de knie (Mediaal PatelloFemoraal Ligament, MPFL) samen met steunweefsel de knieschijf op de juiste plek.
Meestal ontstaat een patellaluxatie door een geforceerde buiging van de knie in combinatie met het naar binnen bewegen van de knie. Zeldzamere oorzaken zijn een direct trauma of hyperlaxiteit (spontaan). Als de aanleg van de knieschijf, het gootje of de banden anders zijn, kan de knieschijf bij een simpelere beweging zoals springen of draaien al uit het gootje gaan.
Wel of niet doorgaan met sporten?
Een primaire patellaluxatie kun je conservatief behandelen. Dit houdt in dat de knie 6 weken met een brace of tape gefixeerd wordt (flexiebeperkend - immobilisatie). Er is geen bewijs dat behandeling met een gipskoker leidt tot betere uitkomsten of dat het minder voorkomt. De knie hoeft vaak niet geopereerd te worden, tenzij de knieschijf beschadigd is. Er is dan sprake van bijkomend osteochondraal defect. Direct doorsporten na een patellaluxatie is onverstandig.
Risicofactoren
Wat draagt bij dat je de blessure oploopt?
- Door vallen, duwen, trekken, draaien en stoten kan een patellaluxatie uitgelokt worden. Het spelen van een contactsport of sport met veel draaien (zoals veel balsporten) is daardoor een risicofactor.
- Verder kan deze blessure door een aanlegstoornis of anatomische variatie in dit gebied sneller ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn: een andere vorm van de knieschijf, een afwijkende stand van de knieschijf (hoogstand of tilt), een ondiep gootje in het bovenbeen, variatie van de stand van de benen (X-benen) en slappe banden (hyperlaxiteit of hypermobiliteit).
- In een groeispurt kunnen de verhoudingen in het knieschijfgebied tijdelijk verstoord zijn. Dit kan ook gevoeliger maken voor een patellaluxatie.
- Als iemand deze blessure al eens heeft doorgemaakt, is er een groter risico dat het nogmaals gebeurt.
Sandra Chung, sportarts
Sandra Chung is teamarts van KNKV U17 en U19 en onder andere werkzaam bij Jessica Gal Sportartsen op locatie Amsterdam en locatie Haarlem. Sportarts Sandra Chung is lid van de Vereniging voor Sportgeneeskunde.
Willemijn Diemer, basisarts en sportarts i.o.
Willemijn is sportarts in opleiding bij Sportmedische Centra Plemper.
Referenties:
- https://www.sportmedischnetwerk.nl/patellaluxatie/
- Ménétrey J et al. Return to sport after patellar dislocation or following surgery for patellofemoral instability. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2014;22:2320-2326
- Smith TO et al. Surgical versus non-surgical interventions for treating patellar dislocation. Cochrane Database of Syst Rev 2015;doi: 10.1002/14651858.CD008106.pub3
- Atkin, D.M., Dobson, B.E., Fithian, D.C., Marangi, K.S., Mendelsohn, C. (2000). Characteristics of patients with primary acute lateral patellar dislocation and their recovery within the first 6 months of injury. American Journal of Sports Medicine,
- Sillanpää P, Mattila VM, Iivonen T, Visuri T, Pihlajamäki H. Incidence and risk factors of acute traumatic primary patellar dislocation. Med Sci Sports Exerc. 2008 Apr;40(4):606-11. doi: 10.1249/MSS.0b013e318160740f. PMID: 18317388.