- Snel herstel met onze oefeningen
- Trainingsprogramma’s op maat
- Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional
Spieren en pezen
Vrijwel elk mens kent het verschijnsel van spierpijn. Ook goed getrainde sporters, als ze een huishoudelijke handeling verrichten zoals plafond witten, of heg knippen, of meedoen aan een voor hen ongebruikelijke sport. We weten niet waardoor spierpijn precies veroorzaakt wordt. Het normale verloop van spierpijn is als volgt: tijdens de inspanning merk je
er weinig of niets van. Soms wat vermoeidheid en lichte pijn. Daarna heb je eigenlijk geen last meer. Maar een halve dag later merk je stijfheid en weer wat later Is de spier pijnlijk. De spierpijn kan één, twee, drie dagen duren en verdwijnt dan vrij spoedig weer. Behalve de pijnlijkheid en de stijfheid zijn er soms ook harde plekken in de spier te voelen, die ze wel spierknopen noemen of myogelosen.
Vreemd eigenlijk dat we over het ontstaan van die pijn en die stijfheid nog onvoldoende weten. Misschien zijn er spieren en pezen. Ongeveer 20% van de sportletsels vindt plaats aan spieren of pezen. Dat wil zeggen één op de vijf sportblessures is een spier- of peesletsel. Genoeg reden om er ruim aandacht aan te geven.
Wat te doen bij spierpijn en stijfheid?
Spierpijn en stijfheid komen vaak samen voor, na een flinke inspanning van een spier of spiergroep die niet erg getraind was. Eigenlijk kun je spierpijn beschouwen als de lichtste vorm van sportletsel. Het is een overgang tussen "nog geen blessure" en een "lichte blessure" kleine bloedinkjes in de spier, misschien zijn de spiervezels wat uitgereikt en wat verschoven binnen de kapsel, maar daarmee verklaar je niet dat er de eerste dag bijna geen verschijnselen zijn. Misschien is er toch wat spierweefsel vernietigd en moeten de resten daarvan opgeruimd worden door de witte bloedcellen, onze bloedeigen stofzuigertjes. Sommigen denken ook dat de ongetrainde spier bij sterke Inspanning bepaalde stoffen vormt die de pijnvezels prikkelen. De nieuwste opvatting is dat er beschadiging is van het bindweefsel.
Wat moet je doen met spierpijn?
Lichte massage, een warm bad, voorzichtige spierrekoefeningen en licht bewegen. Echte geneesmiddelen bestaan er niet tegen. Het is beter om spierpijn te voorkomen door:
- elke dag te oefenen;
- de training voorzichtig op te voeren;
- een goede warming-up;
- zoveel mogelijk afwisselend spiergroepen te gebruiken.
Wat is spierkramp?
Het klinkt ongeloofwaardig, maar ook bij spierkramp weten we niet precies wat er aan de hand is. Iedereen kent het verschijnsel: plotseling trekken alle spiervezels van een spier samen, pijnlijk en plankhard. Een heel nare ervaring.
Spierkramp kan optreden bij heel goed getrainde sporters, midden tijdens de prestatie. Marathonlopers die na 20 km ineens kramp krijgen. Maar ook kan spierkramp gebeuren bij mensen die 's nachts liggen te slapen en bij mensen die langere tijd op een wat gespannen manier ergens zitten zonder veel kans op beweging (vliegtuig, bioscoop).
Er is meer dan één oorzaak voor het optreden van spierkramp.
1. Verminderde doorbloeding van de spier.
Strakke kousen of sokken, klemmende schoenen, gedrongen lichaamshouding, koude omgeving, plotselinge regen of hagel, waardoor afkoeling plaatsvindt van de spieren.
2. Zware inspanning
Bij onvoldoende training en onvoldoende wedstrijdervaring en bij een veranderde belasting, bijvoorbeeld bij een blessure, kan spierkramp betrekkelijk gemakkelijk optreden. Maar ook zeer ervaren sporters, in topconditie, kunnen bij een wedstrijd problemen krijgen door kramp.
3. Chemische tekorten in de spiervezels
Men denkt dan in de eerste plaats aan zoutverlies. Maar ook andere stoffen kunnen een rol spelen. Men noemt in dat verband wel eens melkzuur, en ook kalium, een element dat in ruime hoeveelheden in fruit zit Om die reden wordt door sommige trainers veel belang gehecht aan het eten van fruit ter voorkoming van spierkramp.
Spierkramp is geen pretje
De sportprestatie moet onderbroken worden en dat is niet leuk. Echt gevaarlijk kan spierkramp zijn in het water, als het zwemmen onmogelijk wordt en niemand anders opmerkt dat de zwemmer in moeilijkheden is. De volgende dingen zijn van belang om spierkramp te voorkomen: een goede opbouw van de training, een juiste warming-up en goede rekoefeningen. Het warm houden van de spieren tot op het moment van de prestatie. Na de training of wedstrijd een zorgvuldige cooling-down, met wat rekoefeningen en massage. Zorgen voor voldoende vocht en fruit.
Bij zwemmers wordt afgeraden om vóór het zwemmen nog een maaltijd te gebruiken, omdat daardoor veel bloed naar maag en ingewanden gaat voor de spijsvertering. Dat bloed is dan niet beschikbaar voor de spieren.
Bij nachtelijke kramp in de kuiten moet er gezorgd worden voor voldoende dek over de benen. Verder lichte rekoefeningen voor het naar bed gaan. Met de voeten plat op de grond, voorover "hangen", bijvoorbeeld naar een muur toe, zodat je de kuiten voelt rekken.
Als er ondanks alle voorzorgen toch kramp optreedt, dan is de behandeling als volgt: staken van wedstrijd of training, en proberen om de tegengesteld werkende spiergroep aan te spannen. Bij kramp in de kuitspier zal de voorvoet als gevolg van de kramp naar beneden getrokken worden. Probeer dus om de voorvoet naar boven, naar het lichaam toe, te trekken. Probeer daarbij de knie te buigen. Als je daar niet in slaagt, kan een ander voorzichtig proberen om met handkracht onder de voet hetzelfde effect te bereiken. Als de kramp over is, dan voorzichtig de betreffende spieren losschudden, "uitschudden" .
Wat kan ik doen bij een spierkneuzing?
Bij spierpijn en bij spierkramp weten we dus niet precies wat er in de spier gebeurt. Dat weten we wel bij een spierkneuzing. Dan heeft er een val of een klap of trap tegen een spier plaatsgehad. Daarbij worden spiervezels vernield, en vrijwel altijd treedt dan een bloeding op in de spier. We noemen dat een bloeduitstorting.
Het is behoorlijk pijnlijk, en er treedt als gevolg van de bloeduitstorting een blauwe verkleuring op. Als de bloeduitstorting plaatsvond tussen de verschillende spieren in, dan kan het bloed uitzakken en dan zie je de verkleuring op een andere plaats dan waar de klap plaatsvond.
Een berucht voorbeeld van een spierkneuzing is het "knietje".
Dan heeft iemand een knie van een ander tegen de voorste dijspier gekregen, terwijl die spier aangespannen was.
De behandeling van een spierkneuzing moet zo snel mogelijk begonnen worden, met ICE. Dat is de afkorting van drie dingen.
- I betekent immobilisatie, dat wil zeggen niet bewegen van het getroffen lichaamsdeel,
- C is compressie, dat betekent aanleggen van een drukverband op de plaats van de kneuzing. Als iemand op die plaats al een tape heeft zitten dan moet je die laten zitten, want dat helpt tegen de bloeding.
- E is elevatie, dat wil zeggen hoog leggen van het getroffen lichaamsdeel, bijvoorbeeld door er een kussen onder te leggen. Alle drie die maatregelen zijn erop gericht om de bloeding in de spier of tussen de spiervezels af te remmen. Verder geeft het woord ICE aan dat er afkoeling nodig is.
Door koud stromend water of met ijsblokjes. Die afkoeling moet vrij lang gebeuren, wel 15 tot 20 minuten. Daardoor vernauwen de bloedvaten zich en ook dàt helpt tegen de bloeduitstorting.
Wat kan ik doen bij een spierscheuring?
Een spierscheur of spierruptuur wil zeggen dat er een scheur optreedt in een aantal spiervezels. Het zal niet zo vaak voorkomen dat een spier in zijn geheel doorscheurt, maar ook het doorscheuren van een paar bundels is vrij ingrijpend en pijnlijk.
Bekend en gevreesd is de zogenaamde zweepslag, een spierscheuring in de kuitspier, die zo snel toeslaat dat het inderdaad lijkt alsof de sporter een scherpe zweepslag tegen de kuit heeft gehad. Uiterst pijnlijk en zeer plotseling.
De sporter is daarna meestal niet meer In staat om verder te lopen. Het is duidelijk dat een spierscheur het gevolg is van een te grote trekkracht die op de spier wordt uitgeoefend. Dat kan op verschillende manieren.
- Door een plotselinge overbelasting. Bij sprinten en springen moeten in heel korte tijd een maximale spierspanning worden opgebracht. De kans op het optreden van een spierscheuring is het grootst als de spier onvoldoende opgewarmd is, of onvoldoende gerekt, of verzwakt door vermoeidheid, of als gevolg van een vroeger letsel.
- Plotselinge blokkade van de beweging. Door verschillende redenen kan een goed verlopende beweging plotseling worden tegengehouden. Dat kan zijn een botsing met een tegenstander, of een haakbeweging, of de belemmering van een draai beweging. De ingreep kan zo fors zijn dat de hele spier doorscheurt. We noemen dat een totale spierruptuur. Ook dit zal eerder optreden in een spier die vroeger al beschadigd was door minder ernstige vormen van spierverrekking. Op de plaats waar de spier helemaal gescheurd is zal soms een deuk of een Inkeping of een holte te zien of te voelen zijn. Er treedt ook meteen een forse bloeding op, die tot zwelling leidt.
Een aantal spieren zijn berucht omdat zij nogal eens een spierscheuring vertonen.
- Kuitspier. Denk aan de zweepslag.
- Spieren aan de voorzijde van de dij. Ze dienen voor het strekken van het onderbeen. Een spierscheur kan bijvoorbeeld optreden bij een loopstartbeweging.
- "Hamstrings", dat zijn de spieren aan de achterzijde van de dij, die dienen om de knie te buigen. Springers, hardlopers en tennissers lopen hier risico.
- Biceps, de zogenaamde tweekoppige spier aan de voorzijde van de bovenarm. Jongens die elkaar hun spierballen laten zien, spannen hun biceps. Deze spier loopt vooral risico bij turnen, tennis, badminton, roeien, gewichtheffen en werpen.
- De verschijnselen van een echte spierscheuring zijn hevig: acute pijn, zwelling door bloeduitstorting en soms kramp in de getroffen spier. Meteen behandelen met ICE (afkoeling, rust, drukverband en hoog leggen). Daarna moet de patiënt zo spoedig mogelijk door naar arts of ziekenhuis.
Wat is een peesblessure?
De meeste spieren gaan aan het eind over in een sterke band, die we pees noemen. Meestal zit de pees vast aan een bot. Er zijn heel korte en heel lange pezen. Peesweefsel bestaat uit sterke bindweefselcellen, die - heel anders dan bij spiercellen - niet kunnen samentrekken. Peesweefsel wordt gevoed door bloed, maar de bloedvoorziening van pezen is veel minder goed dan van de spier.
Er zijn verschillende vormen van peesletsels.
Totale verscheuring van de pees, of peesruptuur. Bij het ouder worden zullen pezen afnemen in sterkte. Door geregeld trainen zou men die verzwakking kunnen uitstellen. Berucht is de peesscheur die optreedt bij sporters die enkele jaren niet hebben getraind en die hun sport ineens weer opnemen.
Een pees kan ook gedeeltelijk doorscheuren. Dat lijkt sterk op een peesontsteking.
Bij peesletsels maken we ook weer onderscheid in acute peesletsels en in chronische peesletsels. Berucht is het chronische letsel van de achillespees, dat leidt tot langdurige klachten.
Overbelasting pees-bot. De spier zit via de pees vast aan het bot. Die peesaanhechting is nogal kwetsbaar.
Bij veelvuldige overbelasting kunnen daar veranderingen optreden, die erg veel klachten kunnen geven.
De sportarts spreekt bij chronische overbelasting van "surmenage". Het Franse woord voor overlading. De Engelsman spreekt van "overuse", overgebruik-letsel. Soms gaat het niet alleen om een overbelasting, maar komt er ook een ongunstige omstandigheid bij. Dat kan zijn kou, vochtigheid, of een hard vloeroppervlak, waardoor de neerkomende voet onvoldoende veerkracht ondervindt. Bij voetballers en bij schaatsers is heel bekend de liesblessure. Daarbij is er een overbelasting van de spieren die het been naar binnen bewegen. De pezen van die spieren hechten vast aan het bekken in de liesstreek. Erg nadelig blijkt te zijn het "koud" trappen van de bal. Dat wil zeggen het doelschieten als je net op het veld bent, zonder voldoende warming-up.
Bij de tennis-elleboog is er een overbelasting van de armspierpees die vasthecht aan het buitenste ellebooguitsteeksel. Dat is het "knopje", dat je bij een gebogen arm aan de buitenkant van de elleboog kunt voelen.